VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Vrouw verwachtte tonnen na overlijden partner, maar trouwde nooit en blijkt geen begunstigde

Geplaatst op: 24-08-2021, 12:41:21

De partner van een man die in 2014 overleed dacht zich financieel geen zorgen te hoeven maken. Op het leven van haar partner werden tussen 2005 en 2010 vier verzekeringen gesloten met een gezamenlijke waarde van bijna 7 ton. Na zijn overlijden doemt er een groot probleem op. De eerst genoemde begunstigde is in drie polissen de echtgenote van de verzekerde, maar de twee partners formaliseerden hun relatie nooit.

Alleen op de eerste levensverzekering uit 2005 wordt de vrouw met naam en toenaam als begunstigde genoemd. Daardoor heeft ze volgens de afspraken recht op 55 procent van 150.000 euro. Polissen twee en drie blijken verpand. Maar op uitkering uit verzekering vier ter waarde van 300.000 euro heeft ze geen recht.

Bij de rechtbank in Rotterdam stelt de vrouw dat de Schreuder Groep als adviseur in de transacties aansprakelijk is voor de schade. De adviseur wist van de doelstellingen van de man en had in haar optiek dus moeten verifiëren of zij ook daadwerkelijk de echtgenote was. Door de standaardbegunstiging te laten staan in de contracten heeft de adviseur volgens de vrouw de zorgplicht geschonden.

Geen onrechtmatige daad

De rechtbank constateert eerst dat de vordering geen contractuele grondslag heeft, omdat ze geen partij was in de overeenkomst met Schreuder. Hooguit kan er sprake zijn van een onrechtmatige daad, maar daar ziet de rechter geen aanleiding toe. Van haar levenspartner mocht verwacht worden dat hij de personen die hij als begunstigde wilde aanwijzen correct zou aanduiden. Er mag verondersteld worden dat hij het verschil wist tussen een echtgenote of geregistreerd partner en iemand met wie geen geformaliseerd partnerschap is gesloten.

Vrouw tekende mee als ‘echtgenote’

Zelfs als zou blijken dat de man niet wist van zijn eigen burgerlijke staat, dan zijn er geen redenen te noemen waarom de adviseur dat wél had moeten weten. Temeer omdat de vrouw ook documenten ondertekende als echtgenote van de man. De adviseur mocht er daarom op vertrouwen dat de eisende vrouw ook daadwerkelijk de huwelijkspartner was en hoefde dat dus niet te verifiëren.

Mogelijk bewuste ‘fout’

Tot slot merkt de rechter op dat als de adviseur wel iets te verwijten viel, het nog steeds lastig zou zijn om de vordering toewijsbaar te maken. De vrouw gaat er vanuit dat haar partner een fout heeft gemaakt met de begunstiging. Maar dat staat volgens de rechter niet vast. Het zou goed kunnen dat hij bewust wilde dat al het geld naar zijn kinderen zou gaan. “Omdat echter de vordering toch al niet toewijsbaar is behoeft deze kwestie niet verder onderzocht te worden.”

Bron: bijdrage van 24 augustus 2021 van Bart van de Laak op www.amweb.nl

Vorige pagina